2015-04-11

11 - Bij jou op bezoek

Jij hebt je verstopt in je kamer, maar je zussen zijn zo lief om me toch binnen te laten. We gaan naar de tuin en ze vragen alles wat in ze op komt. Een kans om naar jou te vragen krijg ik niet. Ik besluit maar weer naar huis te gaan.


Vlak voor ik weg ga, wil ik nog iets geven. Ik loop naar je jongere zus en zeg: "Zou je dit aan haar willen geven, als ze weer opduikt?" Ondertussen kijk ik naar het raam. Ik zie daar iets wegschieten. Ik moet lachen en loop, zonder het cadeau aan je zus te geven, naar het raam toe. Je had door dat ik je betrapte en doet het raam open. Maar dan valt het raam uit de scharnieren en dendert het van de dakpannen.

Vlak voordat het raam op het terras aan diggelen valt, vang ik het op. "Ah, wat lief, een cadeautje! Dit kan ik thuis nog wel gebruiken. Ik heb ook een cadeautje voor jou!" en ik gooi het pakketje naar boven. "Leuk je toch nog even gezien te hebben! Ik moet gaan; m'n bus wacht niet." Ik zwaai en loop met het raam onder m'n arm om het huis.

Net voordat ik de straat uit ben, hoor ik achter me haastige voetstappen. "Wacht! Waar ga je naartoe met 't raam?" Ik draai me om en kijk in je prachtige ogen. Ik lach en zeg: "Zo ver als jij me laat gaan." Ik geef jou het raam weer terug. Je wil weglopen, maar dit keer is het mijn beurt om 'wacht' te roepen. "Wacht!" Misschien klonk het wat wanhopig, maar ik herstel me. "Zou je wat met me willen gaan drinken in een van die drie beruchte kroegen hier?"